Quintus Bosschaart
|
1 |
zenderenzenderen werkw. Verbuigingen: zenderde Verbuigingen: gezenderd het volgen van de gangen van een mens, dier, voer- of vaartuig waaraan een radiopeilzender is bevestigd Voorbeeld: `Wij zenderen trekvogels om de trekroutes in kaart te brengen.`
|